Belangrijk voor de kwaliteit van een vloer is de speciekwaliteit en deze hangt nauw samen met de hoeveelheid en de korrelopbouw van het zand.. Deze bepalen in sterke mate de druksterkte van de vloer. De nieuwe normen gaan uit van de druksterkte welke werkelijk in het werk worden gemeten We kennen verschillende kwaliteits klassen welke aangeduid worden met: Cw 5 Cw7, Cw12, Cw20, Cw30. Deze vervangen de D-kwaliteiten.
Door architecten, adviesbureaus en opdrachtgevers wordt vaak de vergissing gemaakt om de oude D waarden gelijkwaardig te maken aan de nieuwe Cw waarden. Echter in bovenstaande tabel kunt u zien dat deze vergelijking niet mag worden gemaakt. Een Cw20 valt ruim in de oude D30 kwaliteit, en de vaak gevraagde Cw30 is een D50. Een "oude" D30 vloer begint bij een Cw 18. Standaard woning bouw kwaliteit is meestal Cw 7 of Cw12.
Als we druksterkte "zichtbaar" maken:
Cw12= 12N/mm²
Op 1 m²= 12.000.000 N
1kg = 10N belasting wordt dan: 1.200.000 kg/m²
Dit zijn 1000 auto's van 1200 kg, het valt niet mee om deze op een m² te parkeren!
De druksterkte van de vloer wordt vaak als bepalend voor de kwaliteit gezien, maar belangrijker is de buigtreksterkte van een vloer. Hoe ver kan deze "doorbuigen" voordat deze scheurt of kapot gaat. Ten onrechte wordt vaak aangenomen dat er bij zandcementdekvloeren een relatie bestaat tussen de druksterkte en de buigtreksterkte aangeduid in klasse F1- F7. (N/mm²)
Een zandcementdekvloer heeft nagenoeg geen buigtreksterkte klasse F1, door toepassing van specifieke hulpstoffen en kunststof vezel is deze te verbeteren tot een F2. In calciumsulfaat gebonden gietdekvloeren is er wel een relatie tussen druksterkte en buigtreksterkte. Hoe hoger de druksterkte hoe groter ook de buigtreksterkte; er kan een zelfs een klasse F7 worden bereikt
Prestatie denken.
In bovenstaande tabel is ook aangegeven de gebruiks functies. We zullen in de toekomst steeds vaker prestatie-eisen tegenkomen in omschrijvingen en bestekken. Niet meer een druksterkte roepen en denken dat de rest wel goed komt. Nee, er moet serieus worden nagedacht over de eigenschappen die wenselijk zijn. Aan de hand van dit pakket van eisen kan een keuze worden gemaakt voor het type dekvloer en de dikte en uitvoeringsdetails worden vastgelegd.
Als er hogere eisen worden gesteld aan de ondervloer voor bijvoorbeeld marmoleum of een afwerking met kunststof, dan wordt er meestal een hogere drukvastheid ( Cw20) gevraagd terwijl men eigenlijk een hogere buigtreksterkte verlangt immers men wil dat er zo min mogelijk scheurvorming optreedt. Een nadeel van meer cement is dat er ook meer krimp optreedt en de scheurvorming nadelig beinvloedt.
De hogere druksterkte > Cw 20 klassen worden meestal toegepast in industrie of utiliteitsbouw waar zeer hoge eisen worden gesteld aan hardheid en vlakheid van de vloeren bijvoorbeeld in een hoog stapel magazijn. Deze sterktes zijn te vergelijken met betonsterkte. De korrel opbouw en de hoeveelheid cement is van zeer groot belang bij deze vloer types, evenals de mate van verdichting van de specie. Er zijn maar enkele gespecialiseerde vloerenbedrijven in Nederland die deze vloeren in de praktijk kunnen maken. Wij kunnen u deze vloeren aanbieden in samenwerking met gespecialiseerde collega's .
De omgevingscondities waarin een vloer wordt aangebracht zijn van zeer grote invloed op de eindkwaliteit van het product. Men moet te allen tijde tocht over de vloer trachten te voorkomen. Hierdoor ontstaat te snelle oppervlakte droging, waardoor de vloer aan de bovenzijde te snel droogt, en dus meer krimpt dan aan de onderzijde.
De vloer kan dan gaan " schotelen " d.w.z. hol gaan trekken met als gevolg dat gedeeltes van de vloer los kunnen trekken en er overmatig scheurvorming zal optreden. Meestal zal de vloer na droging weer vlak komen te liggen, maar er kan wel onherstelbare schade zijn aangericht.
Ook is het niet goed voor de vloerleggers,die door hun intensieve werk snel transpireren en tocht is dan ARBO technisch onverantwoord.
Direct stoken of vocht onttrekken uit de ruimte d.m.v vochtvreters of kachels is ook zeer slecht voor de vloer en kan veel schade aan de vloer veroorzaken . Cement in de mortel heeft water nodig voor volledige hydratatie. Dit chemisch proces is na ± 4 weken bijna voltooid, maar het betekent wel dat hij binnen die 4 weken vocht nodig heeft om volledig te verharden.
Door te snelle uitdroging wordt de vloer minder hard en zal de toplaag snel verzanden. Het afwissen of afpappen van een dekvloer is overbodig en wordt in geen enkele norm genoemd. Een vloer moet voldoende beschermd worden tegen uitdroging en niet te snel worden belopen of belast (minimaal 3 dagen) . Helaas wordt deze 3 dagen regel vaak niet in acht genomen door opdrachtgevers waardoor schade aan de toplaag regelmatig voorkomt.
De Arbeidsinspectie eist van ons dat we de vloeren dichtdraaien met de machine en een vlakke plaat, omdat handmatig afwerken van vloeren lichamelijk te zwaar is en de techniek dit op Arbo vriendelijk mogelijk maakt. Door dit machinaal pleisteren wordt de toplaag veel harder en dichter
Want u weet: “Vloeren vormen de Basis“
Ontwerp & realisatie: Mecano.nl creative communicatie