1. Thermostaat instellen
Stel de kamerthermostaat in op uw gewenste kamertemperatuur.
30-07-25
Kennis
Ingebruikname protocol vloerverwarming
Een rustig en gecontroleerd opstart- of koeltraject is essentieel om temperatuurschokken in de dekvloer te beperken. Met dit protocol reduceert u (krimp)scheuren en onthechtingen, en garandeert u een comfortabele werking van uw vloerverwarming.
Wanneer toepassen?
- Opwarmen: bij lage buitentemperatuur of bij eerste ingebruikname
- Koelen: bij hoge buitentemperatuur (indien het systeem koelen ondersteunt)
- Direct regulier bedrijf: als binnen- en buitentemperatuur al vrijwel gelijk zijn
Stappenplan
2. Watertemperatuur controleren en bijstellen
Meet de aanvoertemperatuur bij de verdeler:
- Is het water te koud? Verhoog de temperatuur dagelijks met ongeveer 3 °C tot maximaal 30–35 °C.
- Is het water te warm? Verlaag de temperatuur dagelijks met 3 °C (alleen bij koelen).
3. Normaal bedrijf
Zodra de gewenste temperatuur is bereikt, laat u de thermostaat het systeem regelen. Houd de watertemperatuur zo laag mogelijk (of iets hoger bij de koelstand) voor optimaal comfort.
Let op: het klassieke opwarm en afkoel protocol veroorzaakt extra spanningen en verhoogt het risico op schade in de dekvloer. Dit ingebruikname protocol beperkt temperatuurschokken en voorkomt (krimp)scheuren.
Technische achtergrond
- Proceswatertemperatuur: meestal volstaat 30–35 °C om een ruimte tot 21 °C op te warmen. Hogere temperaturen verhogen het risico op schade.
- Stapgrootte: een dagelijkse bijstelling van 3 °C voorkomt grote spanningspieken.
- Dag-nachtprogramma: schakel dit liever uit. Wisselingen leveren geen energiebesparing op en veroorzaken onnodige temperatuurfluctuaties.
Voor vragen of advies over uw vloerverwarming kunt u contact opnemen met het team van Traas Vloeren in Heinkenszand.
