Daniëlsweg 4 Heinkenszand 0113 - 568877 traasvloeren@traasvloeren.nl
bijgesneden.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
WTl-dsc_0773_bijgesneden.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
dinamique__11_van_44_.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
dsc_0634.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
vl5-dsc_0331.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
dsc_0221.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
ulK-terrazzo05.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
ZUT-ganuaent2.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
ivt-dsc00826.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
JOa-dsc02397.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
img_9530.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
bri-dsc02383.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand

Kwaliteit, normen en keuring van dekvloeren

Op al onze cementgebonden dekvloeren zijn de volgende NEN normen van toepassing evenals onze algemene leveringsvoorwaarden welke op onze homepage staan.

NEN 2741/A1(2008) “in het werk vervaardigde vloeren-kwaliteit en uitvoering van cementgebonden dekvloeren". Deze norm omschrijft de eisen t.b.v. de druksterkte, minimale diktes, hechting, alsmede de uitvoeringsvoorwaarden. 
Het belangrijkste uit deze norm is de indeling in gebruiksklassen met de druksterktes en per gebruikersklasse de daarbij behorende maximale indrukking. Immers een vloer kies je aan de hand van het gebruiksdoel. De gebruiksklassen overlappen elkaar in ruime mate.

We kennen 3 gebruiksklassen:

  1. Woningbouwkwaliteit
  2. Utiliteitsbouw
  3. Industrie

De hoeveelheid cement is samen met de juiste korrelopbouw van het zand bepalend voor de druksterkte van de vloer. De nieuwe normen gaan uit van de druksterkte welke werkelijk in het werk worden gemeten We kennen verschillende kwaliteitsklassen welke aangeduid worden met: Cw 5  Cw7, Cw12, Cw20, Cw30. Deze vervangen de huidige  D-kwaliteits aanduidingen.

Een voorbeeld:
Concertvleugel weegt 500 kg en staat op 3 pootjes van O 15 mm, het contact oppervlak per pootje =177 mm² x 3 =530mm². Belasting op de vloer is 5000N/530 mm², komt overeen met een druk van 9,43N/mm². Dus volgens de onderstaande tabel voldoet een Cw 7 om deze neer te zetten. 
De woningbouw kwaliteit beslaat dus de kwaliteiten van Cw 5 tot Cw 16, maar zoals u in het bovenstaande reken voorbeeld hebt kunnen zien is een vloer Cw 7 al heel erg goed bestand tegen zware puntlasten.

Let op een Cw20 is niet gelijk aan een D20! De Cw 20 is een zeer ruime D30 kwaliteit! De Cw30 klasse komt dus in de buurt van een D55! Standaard woningbouwkwaliteit is meestal Cw 7 of Cw12. Ook in bestek-omschrijvingen wordt deze fout nogal eens gemaakt. Aan de hand van de bovenstaande tabel maak je een keuze: “welk gebruiksdoel”en welk druksterkte hoort hierbij. 

Klik hier voor de folder cementdekvloeren

vergelijkingstabel.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand

Klik hier voor grotere weergave

Als er hogere eisen worden gesteld aan de ondervloer voor bijvoorbeeld marmoleum of een afwerking met kunststof,  dan wordt er meestal een Cw16-Cw20 kwaliteit gevraagd. De hogere sterkte > Cw 30 klassen worden meestal toegepast in industrie  waar zeer hoge eisen worden gesteld aan hardheid, indrukbaarheid van de vloer. Deze sterktes zijn te vergelijken met betonsterkte. De korrel opbouw en de hoeveelheid cement is van zeer groot belang bij deze vloer types, evenals de mate van verdichting van de specie. Bijna altijd wordt deze opgebouwd uit 2 lagen waarbij de toplaag met een zeer slijtvast materiaal wordt ingestrooid. Er zijn maar enkele bedrijven in Nederland die gespecialiseerd zijn in deze vloeren.

Vloerdikte
De minimale dikte voor een dekvloer is volgens de NEN2741/A1(2008) gesteld op 25 mm, voor vloeren met een toplaag minimaal 38 mm. De minimale dikte bovenop een leiding moet minimaal 20 mm zijn. Waarbij opgemerkt dat leidingen en buizen die horizontaal door de dekvloer lopen de kans op scheurvorming en/of mechanische schade vergroten. Het grootste leidingpakket of de dikste leiding bepalen de dikte van de toe te passen dekvloer. 

Bre screedtest
Om de druksterkte echt te meten moeten we prisma’s uit de vloer zagen en deze op een drukbank laten beproeven. Hoe staat precies in de NEN 2741/A1(2008). Omdat door deze methode de vloer wordt beschadigd is een andere methode ontwikkeld op basis van indrukking gerelateerd aan de gebruikswaarde of gebruiksklasse.

Bij deze test wordt een valgewicht van 4 kg (bij gehechte of op folie gestorte vloeren) of een valgewicht van 2 kg (bij zwevende vloeren) vanaf een hoogte van 1 meter 4 maal blootgesteld aan deze belasting. De voet van de Screedtester zal een indrukking achterlaten in de vloer. Deze wordt d.m.v. een digitale meter zeer nauwkeurig gemeten. In de onderstaande tabel worden de samenhang tussen de indrukdiepte en gebruikswaarde weergegeven.

test1.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
KlasseABC
Indrukking ten hoogste (mm)345
Gebruikswaardenindustriekantoorgebouwenwoongebouwen

 

Dus bij twijfel over de kwaliteit van een vloer kan deze test worden uitgevoerd, deze geeft aan voor welk gebruik deze vloer geschikt is. Het geeft echter geen druksterkte aan, maar wel is gelijk duidelijk of de vloer voldoet aan het gebruiksdoel en eigenlijk is dat het allerbelangrijkste!

De omgevingscondities waarin een vloer wordt aangebracht zijn van zeer grote invloed op de eindkwaliteit van het product. Men moet te allen tijde tocht over de vloer trachten te voorkomen. Hierdoor ontstaat te snelle oppervlaktedroging, waardoor de vloer aan de bovenzijde sneller droogt, en dus meer krimpt, dan aan de onderzijde. 

test2.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand
test3.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand

De vloer kan dan gaan " schotelen " hij zal hol gaan trekken met als gevolg dat gedeeltes van de vloeren los kunnen trekken en er overmatig scheurvorming zal optreden. Het is mogelijk dat door gehele droging de vloer weer recht zal komen te liggen, maar er kan wel onherstelbaar schade zijn aangericht.  

Onherstelbare schade kan ook worden veroorzaakt door  het direct stoken of vocht onttrekken uit de specie dmv vochtvreters of kachels. De cement heeft water nodig voor volledige hydratatie, dit chemisch proces is na ± 4 weken geheel voltooid, maar het betekent wel dat hij binnen deze  4 weken vocht nodig heeft om volledig te verharden. 

Door te snelle uitdroging (tocht) of te snelle belasting (binnen 3 dagen) wordt de toplaag van de  vloer minder hard en zal deze snel verzanden. Het afwissen of afpappen van een dekvloer is overbodig als de vloer voldoende beschermd wordt tegen uitdroging en niet te snel wordt belopen of belast.

Vanaf 2010 is het machinaal verdichten van de vloeren met een vlakke plaat verplicht door de Arbeids-inspectie. Door dit machinaal pleisteren van de vloer wordt de toplaag veel harder maar hier geld dat te snelle droging of belasting schade aan de vloer kan veroorzaken.

Klik hier voor onze afspraken tussen arbeidsinspectie en vloerenbranche

Hecgting van dekvloeren

  • De hechting van de vloer moet worden overeengekomen indien dit gewenst.
  • De hechtcapaciteit hechtsterkte van de dekvloer.
  • Indien hechting is overeengekomen:
    • geen onthechtingen met een diameter > 6x vloerdikte in het vloerveld
    • geen onthechtingen met een diameter > 3x vloerdikte langs de randen van een vloerveld
    • Indien grotere onthechtingen de gevolgen voor de prestatie beoordelen, dus geen automatische afkeur.
  • Indien de dikte van een dekvloer > 60 mm bedraagt zal plaatselijk tot gehele onthechting  bijna nooit problemen opleveren voor het gebruiksdoel. We maken dagelijks zwevende vloeren op isolatie of vloeren met een folie als scheidingslaag. Ook door het toepassen en stoken van vloerverwarming zullen vele vloeren onthechting vertonen en na ingebruikname verder onthechten.
  • Een voordeel van vloeren met scheidingslaag/losliggend is dat de werking/ scheurvorming in de onder vloer veel minder invloed hebben op de dekvloer. De ondervloer kan redelijk vrij werken zonder schade aan te richten aan de dekvloer.

Voor zwevende dekvloeren is de NEN 2742 ontwikkeld (zie verder op deze pagina).
De huidtreksterkte van de vloer kan ook nog weleens een discussie opleveren. De NEN 2741/A1(2008)  geeft aan dat er geen eisen gesteld worden hieraan, of dit moet voordien anders zijn overeengekomen.

Indien overeengekomen maar niet een waarde wordt vermeld: Tenminste 0,3N/mm², met een gemiddelde van 0,5N/mm². Ook staat erin vermeld dat waarden > 0,5N/mm² niet van een standaard dekvloer mogen worden verwacht en slechts met bijzondere maatregelen kunnen worden bereikt.
Verder vindt je in deze norm meer over:

  • de slijtvastheid
  • alles over de grondstoffen
  • uitvoering
  • nabehandeling en ingebruikname

NEN 2747/nov. 2001 “Classificatie en meting van de vlakheid en evenwijdigheid van vloeroppervlakken.

Vlakheid van vloeren
Hierbij willen we kort de vlakheidseisen van vloeren weergeven.

Inleiding
Sinds 1982 zijn in de NEN 2741 voor cementgebonden dekvloeren de toleranties voor de vlakheid van afgewerkte vloeren opgenomen. Eind 2001 is er een nieuwe NEN-norm gepubliceerd, de NEN 2747, waarin de meet- en berekeningsmethoden staan beschreven voor het meten van de vlakheid van vloeren in het algemeen. 

Op het moment van publicatie van deze norm waren de volgende vloertypen bekend; traditioneel gestreken dek- of gietvloeren met bindmiddelen van cement (zie NEN 2741), calciumsulfaat (zie CUR-Aanbeveling 62), of kunsthars (zie bijvoorbeeld CUR-Aanbeveling 43 en 64), dan wel betonvloeren die al dan niet monolitisch zijn afgewerkt (zie NEN 2743) en terrazzovloeren (zie NEN 1042). Door het publiceren van deze nieuwe NEN-norm zijn de NENnormen 2741 en 1042 ook aangepast. De NEN 2741 uit 1982 is vervangen door NEN 2741 uit 2001  en de NEN 1042 uit 1966 is vervangen door de NEN 1042 uit 2001. De norm is bedoeld om te worden toegepast bij alle lagen van een willekeurig vloersysteem (dragende ondergronden, systeemvloeren en dekvloeren), met uitzondering van een naderhand aangebrachte vaste of liggende vloerbedekking (zoals parket, laminaat of vloertapijt).

Classificatie
Voor de aanvang van de werkzaamheden moet, aan de hand van tabel 1, de gewenste vlakheidsklasse tussen de partijen worden overeengekomen. In de meeste gevallen is dit  opgenomen in het bestek. Wanneer er geen vlakheidsklasse voor een te meten vloer is overeengekomen wordt, ongeacht het voorgenomen gebruik van de vloer, vlakheidsklasse 7 uit tabel 1 van toepassing verklaard.
 
Waarin:

  • maximaal toelaatbare maatafwijking (Δh): het grootste hoogteverschil dat tussen twee naast elkaar liggende meetpunten mag optreden (in mm);
  • toets laag (h1): het grootste hoogteverschil dat tussen twee naast elkaar liggende meetpunten mag optreden, waarbij het overschrijdingspercentage van dit hoogteverschil maximaal 5% van het totaal aantal hoogteverschillen is (in mm);
  • toets hoog (hh): het grootste hoogteverschil dat tussen twee naast elkaar liggende meetpunten mag optreden, waarbij het overschrijdingspercentage van dit hoogteverschil maximaal 0% van het totaal aantal hoogteverschillen is (in mm).

Klik hier voor Vlakheid vloeroppervlakken, zoals vastgelegd in NEN-2747:2001

Omdat de keuze van het vloersysteem en de vlakheid van de dragende ondergrond mede bepalend zijn voor de realiseerbaarheid van de gewenste vlakheidsklasse, wordt geadviseerd om ook het vloersysteem, het aantal lagen van het vloersysteem en de vlakheidsklasse van de ondergrond bij de keuze van de gewenste vlakheidsklasse te betrekken.

De evenwijdigheid mag niet meer zijn dan de waardevolgens tabel 2 die behoort bij de overeengekomen vlakheidsklasse.

KlasseGem. veldhoogteverschil in mm
16
29
312
415
518
624
736

 

Voorwaarden aan de ondergrond voor een dekvloer
Omdat elke dekvloer de neiging heeft om de vlakheid van de ondergrond in meer of mindere mate te ‘volgen’ zijn, voor wat betreft vlakheid en evenwijdigheid, aan de (dragende) ondergrond minimumeisen gesteld, zodat de vloerenlegger in alle redelijkheid een dekvloer met een acceptabele vlakheidsklasse kan aanbrengen. Omdat als gevolg van dit ‘volgend’ effect de dragende ondergrond al voor een groot deel de uiteindelijke vlakheid en/of het aantal lagen van een vloersysteem kan bepalen, is in de hierna volgende voorwaarden de term ‘dragend’ expliciet tussen haakjes () toegevoegd.

Vlakheid van de ondergrond: de vlakheid van de (dragende) ondergrond waarop direct een dekvloer wordt aangebracht, moet ten minste voldoen aan de criteria die gelden bij eenvlakheidsklasse 7 van tabel 1.

Evenwijdigheid van de ondergrond: de evenwijdigheid vaneen (dragende) ondergrond mag maximaal een factor van 2,5 groter zijn dan de waarde die in tabel 2 is aangegeven voor het gemiddelde veldhoogteverschil dat behoort bij de overeengekomen vlakheidsklasse van de uiteindelijke vloer. Indien er in het bestek of voor de aanvang van de werkzaamheden eisen zijn vastgelegd voor de (dragende) ondergrond is het raadzaam om deze vloer(en) te controleren op de gestelde vlakheidseisen. Zo kan achteraf, bij het afkeuren van de vlakheid van de dekvloer, nietworden gezegd dat de (dragende) ondergrond niet goed is geweest.

Vlakheid van de dekvloer
Een dekvloer met vlakheidsklasse 1 of 2 mag slechts worden voorgeschreven wanneer:

  • is aangetoond dat betreffende (dragende) ondergrond ten minste in vlakheidsklasse 5 van tabel 1 kan worden ingedeeld;
  • of tussen partijen is overeengekomen dat het toe te passen vloersysteem uit meer dan één egaliserende laag zal bestaan.

De vlakheden die voor cementdekvloeren worden overeengekomen, vallen meestal in de vlakheidsklasse 3 en 4.

Vlakheidsklasse 1en 2 zijn zonder egaliserende laag zo goed als niet te behalen door de reguliere vloerenbedrijven. Enkele bedrijven kunnen supervlakke vloeren realiseren.

Het meten van de vlakheid en de evenwijdigheid
De vlakheid en de evenwijdigheid moet bij voorkeur worden beoordeeld op het moment dat de vloer nog niet in gebruik is genomen of is belast en er nog geen deformaties in de bouwconstructie zijn opgetreden.

Keuring moet plaatsvinden binnen een termijn van 28 dagen na het aanbrengen van de vloer!

Het is raadzaam de verschillende vloerlagen eerst op een eenvoudige wijze te controleren. Door middel van een rechte rei van ca. 2 meter  met nokjes van 5 mm kan al snel worden bekeken of een vloer de vereiste vlakheidsklasse heeft behaald.

Leg de rei op de te meten vloer, meet de afwijking tussen rei en de te meten vloer. Door de 5 mm nokjes meet je over de onvlakheden heen. Rekening houdend  met de 5 mm kan de afwijking dmv een meet wig worden gemeten. 

In tabel 1 kan dan worden afgelezen of deze binnen  de norm valt.  Als hierdoor twijfels ontstaan over de vlakheid moet er een meting worden uitgevoerd overeenkomstig de NEN.2747. Hierin staat uitvoerig beschreven hoe deze meting moet worden uitgevoerd.

meting.jpg - Terazzo en vloerenbedrijf Traas - Heinkenszand

NEN 2742/juni 2007 “In het werk vervaardigdevloeren-Zwevende dekvloeren-Terminologie, uitvoering en kwaliteitsbeoordeling. Redenen om een zwevende dekvloer aan te brengen is meestal om een vloer isolatie toe te passen. Dit kan zijn een akoestische ( geluid) of een tehermische ( warmte ) isolatie.

Maar het zou ook goed kunnen dat je de vloer zwevend legt om een risico welke voort kan komen uit de ondervloer wilt beperken. Denk hierbij aan werking of scheurvorming.
De zwevende dekvloer wordt dus nu ook op buiging belast. De dekvloerdikte wordt dan ook in sterke mate bepaald door:

  1. De belasting op de dekvloer
  2. De buigtreksterkte van de dekvloermortel
  3. De stijfheid van het isolatie materiaal
  4. Het voldoende dragend aanbrengen van het isolatie matriaal
  5. De aanwezigheid van vloerverwarming

Een thermische isolatie is meestal een plaat materiaal met een hoge stijfheid, terwijl een akoestische isolatie meestal bestaat uit een samendrukbaar materiaal met vele open ruimtes. Dit betekend dat op een akoestische isolatie de dekvloer  dikker zal moeten zijn dan op een thermische isolatie. De norm gaat vooral in op de cement en calciumsulfaat gebonden vloeren.
Volgens de tabel 2 in paragraaf 5.4.2 van deze norm is de buigtreksterkte van zeer groot belang voor de dikte van de zwevende dekvloer.

Buigsterkte N/mm²KlasseDekvloerdikte mm Woningen puntlast 1,5 kNDekvloerdikte mm Kantoren puntlast 3 kN
1.0F17095
2.0F25070
3.0F34055
4.0F43550
5.0F53045
6.0F63040
> 7.0> F72535

Hier uit valt af te lezen dat een cementdekvloer die een buigtreksterkte heeft van nog geen 1 N/mm² minimaal 70 mm moet zijn.

Voor de hoger klassen komen alleen calsiumsulfaat gebonden vloeren in aanmerking, welke op samenstelling worden besteld met aanduiding van de buigtreksterkte klasse.

Voor vloeren met vloerverwarming moet minimaal 40 mm worden aangehouden omdat er minimaal 25 mm dekking op de leiding noodzakelijk is.

De dikte van de dekvloer heeft wel invloed op de akoestische isolatie van een vloer, hoe dikker de vloer hoe beter de isolatie. Wat zeer belangrijk is dat en wat deze norm aangeeft:

  • Een ondergrond die het niet mogelijk maakt om de isolatie ondersteund aan te brengen moet eerst worden voorzien van een vullaag!
  • Een vlakke ligging van de isolatieplaten is bij relatief harde platen nodig om bijvoorbeeld breuk door belopen te voorkomen, een gelijkmatige ondersteuning  van de dekvloer te waarborgen  en een gelijkmatige dekvloerdikte te kunnen waarborgen.

Over wapening in zwevende vloeren:

  • Indien wapening zoals bouwstaal matten wordt toegepast, moet deze in de bovenste helft van de vloer worden aangebracht. Netten direct op de isolatie aangebracht moeten worden beschouwd als montagenet. Minimale dekking op de wapening 10 mm.
  • Over het nut van wapening in dekvloer bestaat geen eenduidigheid. Een wapening zal scheuren van een dekvloer niet kunnen voorkomen, het zal wel een zekere krachtsoverdracht teweeg brengen waardoor de scheurwijdte beperkt zal blijven en de vloerdelen aan elkaar blijven. Hieruit volgt dat de maaswijdte van de wapening belangrijker is dan de diameter van de matten.
  • Kunststofvezels hebben doorgaans geen effect op de sterkte van het materiaal. Indien door beproeving blijkt dat de buigtreksterkte hoger is met, dan zonder vezel dan zou de dekvloer dikte kunnen worden verminderd volgens de bovenstaande tabel. 

Over voegen en dilataties:

  • Als een vloerveld een L-vorm heeft of op plaatslijk versmald, moeten ze door voegen of dilataties in rechthoeken worden verdeeld. Tenzij een berekening aan toont dat dit niet noodzakelijk is of grillige scheurvorming acceptabel is. 

De maximale afmetingen van de vloervelden Zijn als volgt:

 Met vloerverwarmingZonder vloerverwarming
Cementgebonden vloerenVeld ten hoogste 80 m²
Langste zijde max. 10 m
Veld ten hoogste 80 m²
Langste zijde max. 10 m
Calciumsulfaat gebonden gietvloerVeld tussen de 400-600 m²
Alle rechthoeken zo vierkant mogelijk
Diagonaal ten hoogste 50 m
Alle rechthoeken zo vierkant mogelijk

Dilatatievoegen in ondervloeren of constructie vloeren moeten in de dekvloer worden door gezet of de werking van deze ondervloer moet dmv een scheidingslaag, zoals bijvoorbeeld isolatie, niet door kunnen werken in de dekvloer.

Dilataties in dekvloeren kunnen het beste worden gesteld net onder het peil zodat de dekvloer hierover door loopt dit om hoogte verschillen bij deze dilataties te voorkomen.

Geluidsisolatie
Ook wordt in deze norm nog iets verder ingegaan op contactisolatie. In de praktijk komt het er op neer dat bijna alle isolatie materialen voldoen om contactgeluid voldoende te reduceren. Echter ieder product heeft zijn eigen specifieke verwerkings voorschriften met voorgeschreven dekvloer types. Een minerale wol kan uitstekend worden afgewerkt met een calciumsulfaat gebonden vloer met een geringe opbouw hoogte. Geluidslekken ontstaan mee bij wand en doorvoeraansluitingen.

Het is wel heel belangrijk om in de ontwerpfase zeer kritische te kijken welk materiaal wordt toegepast en wat de specifieke eisen er aan de ondergrond worden gesteld. Welke type dekvloer wordt toegepast en welke opbouw hoogte hebben we nodig. Hoeveel leiding moeten er nog door de zwevende vloer? Gaan we eerst de leidingen in een tussenlaag leggen van zandcement of isolatie mortel om dan de isolatie zo vlak mogelijk aan te brengen! Met een gietvloer kunnen we de dekvloer dikte bijna halveren , dus ook het gewicht en de opbouw hoogte. Samen met de vloerenspecialist dit vooraf kritische tegen het licht houden kan veel geld en tijd besparen.
Overigens mag u van het uitvoerende vloerenbedrijf vragen of hij nadien wil aantonen of de gevraagde verbetering is behaald. Dit kan eenvoudig door een geluidsmeting te laten uitvoeren waarbij u rapport ontvangt met de bereikte resultaten.

Klik hier voor de folder: isolerende dekvloeren. Aandachtspunten bij ontwerp en uitvoering

Klik hier voor meer zwevende dekvloeren

Want u weet: "Vloeren vormen de basis" afbouwkeur-logo.png

Ontwerp & realisatie: Mecano.nl creative communicatie